Adviseur Irma Petrusma vierde vorig jaar haar 25-jarig ambtsjubileum en ze werkt al sinds de oprichting bij Omgevingsdienst Drenthe. Lachend noemt ze zichzelf een soort ‘veteraan’ op haar vakgebied en ze voelt zich als een vis in het water bij Omgevingsdienst Drenthe. ‘Je krijgt hier volop kansen om jezelf te ontwikkelen, maar je moet die kansen natuurlijk wel zelf pakken.’ En dat deed Irma onder andere in 2019 toen er gestart werd met de omschakeling van frequentiegestuurd toezicht naar risicogericht toezicht. Op eigen initiatief werkte Irma vanaf het allereerste begin mee aan dit traject en ze vertelt enthousiast over de totstandkoming en over de voordelen van deze manier van werken.

Er speelt veel in de agrarische sector

Irma is adviseur en vervult de rol als brancheregisseur agrarisch. Dat betekent onder andere dat ze voor collega’s het eerste aanspreekpunt is voor de branche agrarisch, dat ze jaarlijks het brancheplan opstelt, de werkverdeling regelt en de periodieke planningsgesprekken met brancheleden voert. Waar moeten we wat betreft toezicht in de agrarische sector aan denken? ‘We controleren in stallen bijvoorbeeld het functioneren van de luchtwassers en emissiearme stalsystemen die de uitstoot van ammoniak, geur en fijnstof moeten beperken. Daarnaast controleren we of de mestopslag op orde is om water en bodemverontreiniging te voorkomen’, legt Irma uit. ‘Er speelt momenteel veel in de agrarische sector onder andere op het gebied van stikstof en het mestbeleid. Dat maakt ons werk interessant maar tegelijkertijd ook best pittig. Want door alle opgaven die er liggen staan de agrarische ondernemers onder grote druk en treffen onze toezichthouders de boeren soms huilend aan de keukentafel aan, of reageren ze kortaf of soms agressief. Dat is moeilijk en door middel van trainingen worden onze toezichthouders geholpen hoe ze hier goed mee om kunnen gaan.’

Nadelen van frequentiegestuurd toezicht

In de afgelopen 10 jaar heeft Irma Omgevingsdienst Drenthe zien ontwikkelen. Een belangrijke ontwikkeling op het gebied van Toezicht & Handhaving was de omschakeling van frequentiegestuurd toezicht naar risicogericht toezicht. Wat houdt dat precies in? ‘In het verleden werkten we op basis van frequentiegestuurd toezicht waarbij het aantal controles per bedrijfscategorie werd bepaald op basis van verschillende vastgelegde criteria. Denk hierbij bijvoorbeeld aan grootte, omvang en ligging. Op basis van deze criteria werd een bedrijf ingedeeld in een categorie (1 t/m 4) en iedere categorie kende een vaste bezoekfrequentie’, legt Irma uit. ‘Het was dus geen maatwerk en als toezichthouder wist je soms van tevoren al dat je een bedrijf ging bezoeken waar alles prima op orde zou zijn. Dat is op zich mooi, maar het was zinvoller geweest om die tijd te besteden aan bedrijven die een groter risico vormen’, constateert ze nuchter en legt daarmee ook direct de vinger op het nadeel van frequentiegestuurd toezicht. Om de organisatie verder te professionaliseren en efficiënter, effectiever en meer datagericht te gaan werken, werd in 2019 gestart met de omschakeling naar risicogericht toezicht.

‘We zetten onze kennis, tijd en de beschikbare financiële middelen effectief en efficiënt in voor een schoon en veilig Drenthe’

Prioritering op basis van data

Bij risicogericht milieutoezicht wordt de toezichtcapaciteit daar ingezet waar dat het meest nodig is, gelet op risico-inschatting en milieurendement. ‘Dat klinkt heel logisch en eenvoudig, maar dat is het niet’, reageert Irma. ‘Want bij risicogericht toezicht wordt de prioritering bepaald op basis van een risicomatrix en om deze te kunnen maken is er heel veel data nodig. Die data hadden we in 2019 nog niet zelf en we hebben die dus via verschillende kanalen en organisaties moeten verzamelen. We hebben veel gesprekken gevoerd met onder andere toezichthouders, onze opdrachtgevers en we hebben ook het Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC) erbij betrokken ten aanzien van ondermijnende milieucriminaliteit. Met alle verzamelde data hebben we onze risicomatrix opgesteld waarin we risico’s hebben gecategoriseerd op onder andere milieueffecten, bestuurlijke impact, ondermijning en naleving. In 2020 zijn we gestart om aan de hand van deze matrix de prioriteiten te stellen en het toezichtprogramma op te stellen.’

Blijven ontwikkelen op het gebied van data

Wat zijn voor Drenthe en de Drenten de voordelen van risicogericht toezicht? Over deze vraag hoeft Irma niet lang na te denken. ‘Het is voor inwoners van Drenthe goed en fijn om te weten dat wij vooral bedrijven controleren waarvan we op basis van data weten dat daar het risico voor de leefomgeving en het milieu groter dan gemiddeld is. Of waarvan we weten dat de naleving er niet zo goed op orde is. Kortom, we zetten onze kennis, tijd, energie en de beschikbare financiële middelen effectief en efficiënt in voor een schoon en veilig Drenthe. We doen wat nodig is en zijn waar we moeten zijn’, benadrukt ze. Inmiddels wordt er al bijna 4 jaar risicogericht gewerkt en Irma is er zichtbaar enthousiast over. Zijn er ook nog verbeterpunten? ‘Ik denk dat we nog winst kunnen behalen op het gebied van de betrouwbaarheid en kwaliteit van de data. Daarom besteden we er veel aandacht aan dat de checklijsten door de toezichthouders goed en volledig worden ingevuld en hebben we het principe van de ‘4-ogen-check’ ook ingevoerd. Ook werken we aan het verder verbeteren en uitbouwen van de risicomatrix met nog meer data. We staan dus niet stil maar blijven ontwikkelen en hebben inmiddels ook onze eigen data-analisten in huis’, klinkt het tevreden.

Een fijne club om voor te werken

Terwijl Irma vertelt blijkt uit alles dat ze enthousiast is over haar werk. Wat maakt het werken bij Omgevingsdienst Drenthe voor haar zo leuk? ‘Dat is zoveel’, is haar eerste reactie. ‘Het is fijn om als milieukundige te werken met collega’s die zich ook met passie en verstand van zaken inzetten voor de kwaliteit van de leefomgeving. Verder krijg je bij Omgevingsdienst Drenthe volop kansen om je verder te ontwikkelen. Maar je moet die kansen natuurlijk wel zelf aan willen grijpen. Zo heb ik de rol van brancheregisseur agrarisch destijds zelf naar me toegetrokken en de rol verder vormgegeven. Later zijn ook de andere branches op een gelijksoortige manier gaan werken en daar ben ik best wel trots op. Er is ruimte voor persoonlijke groei en ook de organisatie is volop in ontwikkeling. Dat maakt Omgevingsdienst Drenthe echt een leuke en fijne club om voor te werken.’