Sinds 1 januari 2017 is Marjan Heidekamp directeur van Omgevingsdienst Drenthe (voorheen RUD Drenthe). Vanaf het begin zag ze voor de organisatie flinke uitdagingen maar ook mooie ontwikkelkansen. ‘Ik houd van de ‘hands-on-mentaliteit’ van de uitvoeringsdienst en dat het super concreet is wat we doen. Bovendien draagt ons werk bij aan een hoger doel waar ik helemaal achter sta; een schoon en veilig Drenthe!’, vertelt ze enthousiast. Maar dat neemt niet weg dat er vanaf haar eerste werkdag flink werk aan de winkel was met soms enorme tegenwind. Gedreven en openhartig vertelt ze over de uitdagingen, de inzichten en de positieve veranderingen in de afgelopen jaren.
‘In 2014 werd Omgevingsdienst Drenthe vanuit een wettelijke verplichting opgericht. Ik vergelijk de oprichting wel eens met de geboorte van een ongewenst kind, zonder het voordeel van de kinderbijslag’, omschrijft Marjan de totstandkoming gekscherend, maar met een serieuze ondertoon. ‘Daardoor was er aanvankelijk best wel tegenzin en weerstand, al werd in Drenthe al snel de keus gemaakt dat men het goed wilde doen. Met een uniforme manier van werken en eenzelfde inbreng van taken door iedereen (alle gemeenten en de provincie red.). Dat was een goed uitgangspunt voor onze verdere samenwerking.’ Toch waren de eerste jaren van Omgevingsdienst Drenthe een enorme uitdaging met regelmatig flinke tegenwind. ‘Toen ik in 2017 als directeur begon was de basis van de organisatie nog niet op orde en was het financieel ook niet gezond. En eerlijk gezegd kan dat ook niet als een organisatie nog maar drie jaar bestaat en is samengesteld vanuit dertien verschillende organisaties’, concludeert Marjan nuchter.
‘Op basis van een externe doorlichting van de organisatie werd eind 2017 de aanzet gegeven voor een ontwikkelprogramma waarmee zowel de basis beter op orde werd gebracht als een organisatieontwikkeling in gang werd gezet, waarmee de organisatie toekomstbestendig kan blijven. Het vakgebied is zo in beweging dat er continue aandacht nodig is voor innovatie en optimalisatie van onze werkprocessen en -methodes. Uiteraard vraagt dat veel aandacht voor scholing en ontwikkeling van onze mensen.’
Van ‘klantgezwicht’ naar zelfbewust en opgavegericht
‘In de eerste jaren was er weinig eigen regie en werd er vooral geprobeerd om alles te doen waar de deelnemers om vroegen. Dat zorgde voor een torenhoge werkdruk en bovendien stond er tegenover veel werkzaamheden geen financiële vergoeding. Je kunt je voorstellen dat het op die manier niet mogelijk was om de onafhankelijke en scherpe toezichtrol te vervullen die zo nodig was en waarvoor we juist waren opgericht’ benadrukt Marjan. ‘Het was noodzakelijk om reëel te kijken naar de taken die er lagen, naar hoeveel tijd het kost om die uit te voeren en wat daarvoor nodig is. Zo hebben we er in de afgelopen jaren samen hard aan gewerkt om de overgang te maken van een ‘klantgezwichtte’ naar een zelfbewuste organisatie die samen met haar deelnemers steeds beter zicht en grip krijgt op de totale milieu-opgave in Drenthe. Vanuit die opgave komen we nu tot keuzes waarbij het zoveel mogelijk beperken van milieurisico’s voorop staat.’
‘We moeten elkaar als vanzelfsprekende partners vinden voor ons gezamenlijke doel; een schoon en veilig Drenthe’
Een samenwerkingsverband met een gezamenlijk doel
In 2021 werd de organisatie opnieuw doorgelicht om de effecten van het ontwikkelprogramma 2018-2021 in beeld te brengen. Deze evaluatie liet een overwegend positief beeld zien: basis beter op orde, kwaliteit verbeterd, meer grip op financiën. Belangrijke aandachtspunten waren het te krappe jasje om alle taken goed te kunnen oppakken en de vaak nog moeizame samenwerking met de deelnemers. Een belangrijke aanbeveling van de commissie was dan ook; kom van tegenspraak naar samenspraak!
‘Dat bracht een ommezwaai teweeg en sindsdien wordt er warmer en constructiever samengewerkt. Dat is heel mooi en ook noodzakelijk’, klinkt het beslist. ‘Want we zijn een samenwerkingsverband en dus moet er sprake zijn van ‘wij’ en niet van ‘wij/zij’. Het moet vanzelfsprekend zijn dat wij als Omgevingsdienst Drenthe betrokken worden bij de ontwikkeling van omgevingsvisies en -plannen. En andersom mogen de partners en deelnemers van ons verwachten dat wij hen proactief adviseren rondom milieuthema’s. We zijn afhankelijk van elkaar en we moeten elkaar als vanzelfsprekende partners vinden voor ons gezamenlijke doel; een schoon en veilig Drenthe.’
Robuuste financiering is noodzakelijk
Marjan begrijpt dat het voor gemeenteraden lastig is dat een groot deel van hun budget naar Omgevingsdienst Drenthe gaat en ze daar voor hun gevoel weinig grip op hebben. Bovendien moet er nog steeds meer geld bij, wat overigens heel goed te verklaren is door alle zwaarder wordende kwaliteitseisen, de veranderende wetgeving en alle criteria die gesteld worden. ‘In het verleden heeft dat regelmatig geleid tot negatieve publiciteit. Gelukkig wordt er inmiddels steeds positiever met en over ons gesproken. Ik ben blij dat ook het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH een robuuste financiering aanbeveelt, waarin onder andere het rijk ook zijn verantwoordelijkheid moet nemen. We kunnen het heel snel met elkaar eens zijn over wat er gedaan moet worden, maar als er daarvoor geen financiering is, dan houdt het gewoon op. Dat maakt het soms tot een lastige puzzel om te leggen.’ Ondanks dat, is Marjan ervan overtuigd dat Drenthe steeds schoner wordt en dat steeds duidelijker wordt wat daar voor nodig is.
Evaluatie commissie-Van Aartsen in 2021: Versterk het VTH-Stelsel met meer robuuste omgevingsdiensten
In 2021 werd, in opdracht van het ministerie, onderzocht in hoeverre het VTH-stelsel was verbeterd sinds de oprichting van de omgevingsdiensten. De hiervoor ingestelde commissie Van Aartsen concludeerde dat het VTH-stelsel destijds nog onvoldoende functioneerde zoals het bedoeld was. Het stelsel werd nog gekenmerkt door versplintering en vrijblijvendheid en de commissie stelde vast dat daardoor vermijdbare schade ontstond. Daarom adviseerde zij, om binnen het bestaande stelsel tot een serie essentiële verbeteringen te komen. Eén van de aanbevelingen was om te komen tot meer robuuste omgevingsdiensten, waardoor zij hun VTH-taken kwalitatief en kwantitatief beter zouden kunnen uitvoeren. Dit zou moeten zorgen voor een stevige basis voor het borgen van een gezonde en veilige leefomgeving.
De aanbevelingen van de commissie zijn verwerkt in een landelijk Interbestuurlijk Programma waarin alle partijen binnen het VTH-stelsel werken aan die beoogde versterking. Ook Omgevingsdienst Drenthe draagt daaraan bij.
‘Ik ben heel blij met de deskundigheid, de passie en de betrokkenheid van onze mensen’
Deskundige en betrokken medewerkers
Uit alles wat Marjan vertelt, klinkt door dat de organisatie in de afgelopen tien jaar een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt en nog steeds in ontwikkeling is. Volgens Marjan kan dat alleen als de mensen binnen de organisatie ook in ontwikkeling kunnen en mogen zijn. ‘We zijn een organisatie met weinig hiërarchie en met veel handen voor de uitvoering. Ik ben heel blij met de deskundigheid, de passie en de betrokkenheid van onze mensen. Iedere dag werken zij met hart en ziel aan hun vak en de doelen van de organisatie’ vertelt ze met gepaste trots. ‘Onze besturingsfilosofie gaat vooral uit van de kracht van onze mensen en het optimaal benutten van hun deskundigheid. En dat wordt door onze mensen gewaardeerd. Eind 2022 is er een medewerkerstevredenheid onderzoek uitgevoerd waar vooral op dat punt uitzonderlijk hoge scores uit kwamen. Daarnaast blijkt die tevredenheid ook uit het feit dat het ziekteverzuim enorm is afgenomen. Daar ben ik niet alleen heel blij mee, het was ook precies wat ik voor ogen had toen ik zeven jaar geleden als directeur begon; bouwen aan een goed werkende organisatie waar het voor mensen ook goed werken is. We hebben echt een mooie club om harstikke trots op te zijn en dat zouden we ook best nog wel wat meer mogen uitstralen’, klinkt het enthousiast.
Elke dag beter
‘Na tien jaar denk ik dat we in iets rustiger vaarwater terecht zijn gekomen en heb ik het gevoel dat we geleidelijk aan het oogsten zijn, waar we in de afgelopen jaren in geïnvesteerd hebben. Het is heel fijn dat we met onze deelnemers tot meer samenwerking zijn gekomen, wat het werkplezier en het voeren van het goede gesprek, echt heeft bevorderd. Het gaat niet alleen meer over de centen en de uren, maar ook over wat nu echt onze opgave is. Waar gaan we samen voor en welke doelen hebben we voor ogen’, concludeert Marjan zichtbaar tevreden. ‘We zijn in de afgelopen tien jaar flink gegroeid: in ons takenpakket, in omvang en in professionaliteit. Die groei zegt iets over onze essentie. We staan als Omgevingsdienst Drenthe voor een pittige klus, maar ook voor een ontzettend gave opgave. Met onze organisatie hebben we de mogelijkheid om echt impact te maken op het gebied van milieu. We zijn één van de partijen die werkt aan belangrijke thema’s zoals de energietransitie en CO2-reductie. Iets waar we allemaal dag in dag uit met veel trots en passie aan blijven werken.’